Wie wint in het voorjaar dikt niet alleen het palmares, maar ook de portefeuille aan. Wij maakten de berekening hoeveel de sterren van het eerste deel van het koersseizoen verdienden in de twaalf belangrijkste WorldTour-koersen van één dag tot nu toe. Dat Mathieu van der Poel de meeste centen opstreek verbaast u allicht niet. Maar hoeveel? En was het ook kassa kassa voor de Belgen?
Met Luik-Bastenaken-Luik werd zondag het voorjaar neergelegd.
En het moet gezegd: er hebben weer enkele renners heel goed geboerd.
Niet verrassend topt Mathieu van der Poel het lijstje qua opgestreken geld in de twaalf WorldTour-wedstrijden tot nu toe. Wegens haar mindere belang rekenen we de Cadel Evans Great Ocean Road Race niet mee. De cijfers zijn gebaseerd op de statistieken van databedrijf ‘ProCyclingStats’ en betreffen louter wat verdiend is via de behaalde uitslagen. Eventuele premies door bijvoorbeeld als eerste boven te komen op een heuvel tellen niet mee.
Met winst in de E3 Saxo Classic, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, en een tweede plaats in Gent-Wevelgem en een derde stek in Luik-Bastenaken-Luik heeft Van der Poel er een ongelofelijk voorjaar opzitten. En dat vertaalt zich in het verdiende prijzengeld. De wereldkampioen klopt af op 84.500 euro.
Met Jasper Philipsen volgt een ploegmaat van Alpecin-Deceuninck – de ploeg van het voorjaar? – op de tweede stek. Dankzij onder meer z’n zeges in Milaan-Sanremo en Classic Brugge-De Panne, en zijn tweede plaats in Roubaix en een vierde plaats in Gent-Wevelgem schrijft Philipsen 60.400 euro op de bankrekening bij.
Op plaats drie treffen we Tadej Pogacar. Het Sloveense fenomeen nam slechts aan drie voorjaarskoersen deel, maar vergaarde een flinke som geld. Door zijn overwinningen in de Strade Bianche en Luik-Bastenaken-Luik en zijn derde plek in Milaan-Sanremo verdiende hij 41.000 euro aan zijn voorjaar. Ofwel 13.667 euro per koers. Ter vergelijking: grootverdiener Van der Poel streek 12.071 euro per wedstrijd op.