PSV heeft zaterdagavond de eerste landstitel sinds 2018 verder uit het zicht verloren. De ploeg van Roger Schmidt speelde in Enschede na een dramatische start met 3-3 gelijk tegen FC Twente en heeft nu vier punten achterstand op Ajax en een veel slechter doelsaldo. PSV stevent af op plek twee, al zijn daar nog wel een aantal overwinningen voor nodig.
Het team van Schmidt kwam bizar slecht uit de startblokken, mede door falen van keeper Joël Drommel. In eerste instantie werd hij bij een tegengoal nog gered, omdat de bal met de arm binnen werd gewerkt. Joshua Brenet was dolblij, maar dat bleek voor de gevulde koeken.
Niet veel later konden hij en zijn Twentse teamgenoten alsnog de handen in de lucht steken. Ricky van Wolfswinkel maakte twee goals en daarbij zag Drommel er niet goed uit. Bij de eerste treffer kwam hij uit, maar weifelde de doelman. Treffer twee leek met de voeten te redden, maar dat kreeg Drommel niet voor elkaar. Niet veel later leek voor PSV het nog resterende waterkansje op de titel helemaal verkeken, nadat Michel Vlap de 3-0 binnen wist te werken.
Geen goals meer
Al voor rust kon PSV iets terugdoen, door een schot van Joey Veerman. Na rust was Cody Gakpo snel trefzeker, waardoor de spanning toch weer terugkeerde. Beide ploegen hadden daarna een aantal mogelijkheden, maar goals vielen er lang niet meer. Vlap raakte nog de lat en Gakpo scoorde in buitenspelpositie, zodat het tot de slotfase 3-2 bleef. Daarin wist Olivier Boscagli nog de 3-3 te maken.
PSV kan door het resultaat nog net geen streep zetten door de titelaspiraties. Niettemin moet er welhaast een wonder gebeuren om Ajax nog voorbij te kunnen. De Amsterdammers wonnen zelf wel een lastige uitwedstrijd en gingen in Groningen weg met een 3-1 zege.