Een kop in het Nederlandse Algemeen Dagblad liegt er niet om. Oranje wist te bekoren in wat de eerste test richting het WK in Qatar was. Bondscoach Louis van Gaal noemde het begin vorige week, toen zijn manschappen verzamelden in Zeist, zelfs “de belangrijkste tien dagen van het WK-jaar.”
Van Gaal grijpt deze interlandbreak immers aan om een nieuw systeem in te slijpen. Weg met de ‘Hollandse’ 4-3-3, enter de 3-4-1-2. Het is de formatie waarmee Chelsea vorig seizoen de Champions League won. Van Gaal is ervan overtuigd dat Nederland dezelfde weg op kan gaan in Qatar. “Als we het goed uitvoeren, geloof ik dat we heel ver kunnen geraken op het WK”, herhaalde hij vorige week meermaals.
Tegen Denemarken, halve finalist op het EK, zette Oranje die woorden alvast kracht bij. Na een kleine veertig minuten had de Johan Cruijff ArenA al drie keer met Nederlandse vlaggetjes mogen wapperen. Bergwijn, Aké en Depay beloonden de aanvalslust van Oranje. Statistiekenbureau OPTA telde voor rust zeven schoten op doel vanwege Nederland. Het hoogste aantal sinds november 2014. “De intenties van Oranje zijn totaal anders dan onder Frank de Boer op het afgelopen EK of zelfs Van Gaal op het WK 2014″, zegt Sjoerd Mossou, journalist bij het AD. De criticasters die beweerden dat Nederland in Van Gaals systeem defensief zou spelen, kregen meteen lik op stuk.
Onder Van Gaal begint net veel bij de driemansverdediging. Zaterdag moesten Van Dijk, De Ligt en Aké verplicht continu doordekken. “Dat brengt de nodige risico’s met zich mee, maar het resulteerde wel in vier doelpunten. Dat terwijl we zelf niet zijn weggecounterd. Ik ben enthousiast over dit nieuwe systeem”, zei De Ligt na de wedstrijd. Ook spitsenduo Bergwijn-Depay oogde complementair, en dat ondanks het feit dat beide heren bij hun clubs – Tottenham en Barcelona – tegenwoordig weinig aan spelen toe komen. Sterk.