Mon. Oct 6th, 2025

Het WK op de weg in Rwanda gaat zonder twijfel de geschiedenisboeken in als een van de zwaarste ooit. Slechts 30 (!) renners reden de koers uit, de tijdsverschillen waren om van te duizelen. Toch leert het verleden dat het nóg straffer kan.

Dat het WK op de weg in Rwanda een slijtageslag zou worden, daar hoefde je geen glazen bol voor te hebben. Een koers van 267,5 kilometer met 5.475 hoogtemeters, verdeeld over de lokale ronden en de lus met Mount Kigali. Neem daarbij nog eens Tadej Pogacar die er op meer dan 100 kilometer van het einde aan begint en je krijgt een slagveld.

Nadat de koers werd opengebroken op Mount Kigali, spatte het pak – of wat er nog van overschoot – in stukken en brokken uiteen. Overal reden verschillende groepjes renners. Of enkelingen, zoals koploper Pogacar en in het slot eenzame achtervolger Remco Evenepoel. Ieder voor zich.

“De zwaarste wedstrijd uit mijn leven”, zei Giulio Ciccone. En neen, dat was geen Italiaanse overdrijving. Want: “Hetzelfde geldt voor mij”, zei Ben Healy. “Ik moest elke inspanning afwegen of ik had de finish niet gehaald.” Prima gedaan, want de Ier werd uiteindelijk derde.

Xandro Meurisse stelde zich luidop de vraag of het wel normaal is dat een renner die rond de dertigste positie rijdt gewoon uit koers wordt genomen, simpelweg omdat de achterstand op Pogacar te groot was.

De tijdsverschillen waren dan ook om van te duizelen. Tom Pidcock deed lange tijd mee om de dichte ereplaatsen, maar finishte uiteindelijk “completely destroyed” – volledig kapot – als tiende op 9:05. Négen minuten!

Pavel Sivakov werd vijftiende, op 9:47. Hij moest daarvoor volgens z’n Strava-activiteit 6,5 uur lang gemiddeld 276 watt trappen, met natuurlijk telkens veel hogere cijfers op de klimmetjes.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *