Zondag begint in Namen een nieuw deel van het veldritseizoen, want dan begint Mathieu van der Poel (30) aan zijn crosscampagne. En de wereldkampioen wil er meteen staan. “Ik ben iéts minder dan vorig jaar, maar volgens mij moet het volstaan om direct mee te doen voor de zege.”
Na een rustperiode en enkele weken training in Spanje speldt Mathieu van der Poel zondag in Namen weer een rugnummer op. Dat is alweer geleden van het WK mountainbike in september. Nadien bleef de Nederlander bijna een maand van de fiets.
“Dat is een beetje langer dan gewoonlijk, ja”, vertelt Van der Poel. “Mijn seizoen eindigde iets vroeger dan andere jaren, wat me de kans gaf om wat extra rust in te bouwen. Na die vier weken hervatte ik de trainingen in België, twee weken later trok ik naar Spanje om verder op te bouwen en de intensiteit gestaag op te drijven.”
Ploegleider Christoph Roodhooft liet vorige week verstaan dat Van der Poel het trainen een beetje beu was. “Goh, dat is wat zwaar uitgedrukt. Ik geniet eigenlijk wel van het trainen.”
“Maar het klopt wel dat ik het koersen gemist heb. Na de Tour heb ik alleen de Renewi Tour en twee mountainbikewedstrijden gereden. Ik kijk er dus echt naar uit om het veld in te duiken, een weekje vroeger dan vorig jaar.”
Van der Poel rijdt deze winter twaalf of dertien crossen, afhankelijk van wat hij beslist voor Benidorm. “Ik heb de wedstrijden eruit gepikt die ik het liefste doe. Het gegeven dat er een paar in en rond Antwerpen zijn, is een mooie bonus.”
“Dat ik vrij veel cross, is logisch. In de tweede helft van december zijn er altijd meer mogelijkheden om te crossen. En zolang ik in België ben, rijd ik liever wedstrijden dan dat ik train.”
Zondag begint Van der Poel er dus aan in Namen, mét een nieuwe fiets. In het verleden won hij al vijf keer op de Citadel. “Het is al even geleden dat ik in Namen gereden heb (van 2020, red.) en ik vind het een leuk parcours.”