Met slechts één zege in vijf wedstrijden en een sputterende aanval groeit de onrust bij Anderlecht. De onderliggende data bieden verrassend genoeg houvast, maar de foutenmarge in de Clasico tegen Standard is nihil voor Besnik Hasi en zijn spelers.
De naakte cijfers van het klassement bieden een bedrieglijke rust. Een vierde plaats, zo luidt het verdict na negen speeldagen. Maar wie de voorbije weken de wedstrijden van RSC Anderlecht heeft gezien, weet beter. De povere balans van 6 op 15 is een alarmsignaal dat de statistieken niet kunnen verbergen, zeker voor een ploeg zonder de midweekse Europese belasting waar concurrenten wel mee kampen.
De hand van coach Besnik Hasi is voorlopig onzichtbaar als het op consistentie aankomt. Het elftal zwalpt van een zwakke vertoning tegen Antwerp, naar een degelijke prestatie tegen AA Gent, tot een ronduit dramatische avond in Leuven.
Die wisselvalligheid is de voornaamste bron van de groeiende onrust. De beloofde progressie ontbreekt. Vooral de aanvalslinie baart zorgen. Thorgan Hazard is met vier treffers nog steeds clubtopscorer, maar zijn laatste doelpunt dateert al van half augustus. Hazard is vooral de man die voor de creatieve ideeën moet zorgen.
“Tegen Leuven deed het ons pijn dat hij geen volledige wedstrijd aankon. We misten ook Stroeykens, hij zal er ook tegen Standard niet bij zijn, dat scheelt in kwaliteit.”
In aanvoer én afwerking. Sinds het vertrek van Kasper Dolberg kon diens vervanger, Luis Vázquez, slechts tweemaal de weg naar de netten vinden. De Argentijn lijkt te worstelen: met zichzelf, met de bal en met de loodzware druk die op zijn schouders rust.
“Iedereen van onze staf probeert op training heel veel met hem te werken”, zegt Besnik Hasi. “Extra oefeningen op afwerking, om dat vertrouwen op te krikken. Wij weten wat we aan Vázquez hebben, zijn inzet voor het team onberispelijk.”