Isaac Del Toro (Burgos) en Brandon McNulty (Polen) brachten de zegeteller van UAE-XRG voor dit seizoen op 72. Voor het tweede jaar op rij raast het Emiratenteam als een verwoestende tornado door het peloton. Een nieuw magisch record wenkt. En dat is niet uitsluitend de verdienste van Tadej Pogacar.

Ongetwijfeld mijmert Patrick Lefevere er nog steeds nostalgisch bij weg. En droomt zijn opvolger Jurgen Foré van een heropleving van die fantastische tijden. Liefst elf keer op rij sloot het Quick-Stepteam, met wisselende co- en hoofdsponsors, in de periode 2012-2022 de internationale UCI-zegestand af als ongenaakbare nummer één. Met de magische 73 stuks in 2018 als absoluut hoogtepunt.

Het was het decennium van de carrièreherfst van Tom Boonen en Tony Martin, de ontbolstering van Michal Kwiatkowski, het eerste en tweede hoofdstuk van Mark Cavendish in de ploeg, de glorieperiode van andere topsprinters als Marcel Kittel, Fernando Gaviria, Elia Viviani en Fabio Jakobsen, de hoogconjunctuur van Julian Alaphilippe en uiteraard ‘the rise of’ Remco Evenepoel.

In 2023 werd de macht overgenomen door Jumbo-Visma. En vorig jaar zorgde UAE Team Emirates voor een nieuwe dimensie met liefst 82 overwinningen. Geen record in het moderne, lees: 21ste-eeuwse wielrennen. Dat staat tot nader order nog altijd op naam van Team Colombia-HTC, heersend in het tijdperk 2008-2011, dat het wegseizoen 2009 afsloot met een duizelingwekkend totaal van 85. 45 daarvan (of bijna 53%) kwamen toen op conto van Mark Cavendish (23) en André Greipel (20).

Een record dat UAE Team Emirates-XRG nu echter perfect binnen bereik heeft. Isaac Del Toro (Ronde van Burgos) en Brandon McNulty (afsluitende tijdrit en eindzege in de Ronde van Polen) brachten de teller voor het nummer één op de UCI-wereldranking per ploeg dit weekend op 72. Met nog meer dan twee maanden competitie voor de boeg lijken in eerste instantie de eigen 82 van twaalf maanden terug en de 85 van Colombia-HTC nog slechts een formaliteit.