Maandag rustdag? Nee, zeker niet. Het Tourpeloton raast vandaag gewoon door. De reden: 14 juli, de nationale feestdag in Frankrijk. ASO heeft voor deze speciale dag dan ook een rit uitgestippeld om duimen en vingers bij af te likken. 4500 hoogtemeters verspreid over 165,3 kilometer. De ene zal er van smullen, de andere van vloeken.

Zeven klimmen van tweede categorie, eentje van derde categorie, 4500 hoogtemeters in totaal en nauwelijks een meter vlak. De tiende etappe is een enorme verschrikking en er zullen daags voor de rustdag ook geen cadeaus uitgedeeld worden. Enkele renners en ploegleiders blikten alvast vooruit.

Victor Campenaerts (Visma): “Lastigste van de hele Tour”

“Het wordt een speciale rit, het gaat vollebak zijn voor iedereen. Een lastige rit en zelfs de lastigste dag van heel de Tour wordt er gezegd.”

Grischa Niermann (ploegleider Visma): “Zal slagveld worden”

“De 18de rit naar Col de la Loze is de zwaarste van deze Tour. Daarna komt dan de 14de etappe naar Superbagnères. De rit van vandaag kan wel de derde zwaarste genoemd worden.”

“Het is gewoon een hele zware etappe in het Centraal Massief, geen echte lange klimmen, maar het is bijna nergens vlak. Het zal zeker een slagveld worden.”

“We rijden al heel de Tour met de vlam in de pan, we hebben die ook drie weken aanstaan en als we kansen zien, dan gaan we die pakken. We hopen dat Pogacar ergens deze Tour een inzinking krijgt en van mij mag dat vandaag ook al zijn.”

“Vandaag wordt een zware rit, enerzijds is er de warmte en het Centraal Massief is een lastige regio. Het belooft zeker een intense dag te worden. Het is een bergrit, maar zonder lange klimmen, vooral heel de dag op en af.”

“Iedereen zal het moeilijk hebben, ons team is sterk genoeg om de controle te houden. Dat zal niet per se moeilijker zijn dan in andere ritten.”

“Of het een rit wordt voor de vluchters? Dat hangt af van wie mee geraakt in de ontsnapping. Als daar sterke jongens bij zitten, kan de vlucht het misschien houden tot het einde, denk ik.”