Tadej Pogacar heeft de Waalse Pijl aangegrepen om de puntjes nog eens stevig op de ‘i’ te zetten. De wereldkampioen stak er op de Muur van Hoei met kop, schouders én benen bovenuit. Een statement van formaat richting Luik-Bastenaken-Luik zondag.
De Waalse Pijl is al jaren de koers van het lange wachten en dat was dit jaar niet anders. Topfavorieten Remco Evenepoel en Tadej Pogacar koersten alert voorin en lieten hun ploegmaats werken, maar op de eerste twee beklimmingen van de Muur van Hoei hielden ze hun kogels braaf op zak.
Niet dat het daardoor een makkelijke wedstrijd was. En daar zorgden vooral de weersomstandigheden voor. Zowat de hele namiddag werd het peloton geteisterd door aanhoudende regen. De renners waren meer in de weer met hun kledij dan met te koersen.
Uiteraard maakte de regen het Waalse wegdek ook verraderlijk glad. In een bocht gingen onder meer Amstel-winnaar Mattias Skjelmose, ploegmaat van Thibau Nys, en Ilan Van Wilder, een belangrijke pion voor Evenepoel, tegen de grond. Zij zouden uiteindelijk opgeven en dus geen rol van betekenis meer spelen in de finale.
Op zo’n natte dag hoefde het niet te verbazen dat drie Noren de laatste overblijvers van de vroege vlucht waren. Vikings Fredrik Dversnes, Andreas Leknessund en Tobias Foss zongen het – met toelating van het peloton – lang uit, maar vlak voor de laatste beklimming van de Côte de Chérave zat hun avontuur erop.
Op die Côte de Chérave liet Pogacar Christen een moordend tempo opleggen, maar een aanval kwam er niet. En dus was het (opnieuw) wachten op de Muur van Hoei.
Daar voerde de wereldkampioen een demonstratie van jewelste op. Met één versnelling uit het zadel degradeerde Pogacar de tegenstand tot figuranten. Evenepoel zag het vanop de eerste rijen gebeuren, maar had geen antwoord in huis. Ook Nys moest bij z’n eerste beurt in de Waalse Pijl passen – geen schande.