Niet Alec Segaert, niet Rune Herregodts maar Tim Wellens is godbetert de nieuwe Belgische kampioen tijdrijden. Statement van formaat in zijn rol als werkmier voor Tadej Pogacar in de komende Tour. “Ik denk niet dat ik er de komende anderhalve week nog een laagje bovenop kan leggen.”
Behoorlijk oldskool snelde Tim Wellens, woensdag pas neergedaald van zijn berg (Isola 2000), naar zijn eerste proftijdrittitel ooit, nadat hij tien (!) jaar geleden al eens zilver veroverde na Kristof Vandewalle. “Radioverbinding had ik niet en dus kreeg ik ook geen tussentijden door. Geen noodzaak. Ik wist wat ik moest doen: zo hard mogelijk rammen.”
Nou! Alec Segaert op 0.09. Rune Herregodts op 0.29. Dat zijn geen postkaarten. “Ik kwam met heel veel ambitie naar hier. Tijdens de Dauphiné was ik tot drie keer toe langsgereden bij Remco Evenepoel. Telkens met dezelfde vraag. ‘Doe je mee aan het BK tijdrijden of niet?’ (lacht) ‘Niet’, klonk het keer op keer. Het helpt uiteraard als hij en Wout van Aert er niet bij zijn. Dat doet mijn kansen stijgen.” Gedreven door die ambitie startte Wellens vurig. “Mijn wattages lagen hoger dan voorzien. Waardoor ik in de tweede lus wat stilviel. Maar al bij al viel het verval mee. En reed ik in zijn totaliteit toch harder dan gepland. 30%, zeg maar.”
Dat een tijdrit nooit liegt. Het stokoude koerscliché kreeg hij meermaals voor de voeten geworpen. Wellens kon niet anders dan beamen. “Correct.” En kijkt dus met vertrouwen uit naar zijn kortetermijndoelen. Het weg-BK, zondag? “Mmm, niet zo belangrijk. Ik heb andere prioriteiten. De Tour, natuurlijk. Ik denk niet dat ik er de komende anderhalve week nog een laagje bovenop kan leggen. Deze benen zullen het moeten doen. Maar ze voelen supergoed aan. (grijnst) Dáár zullen de inspanningen in dienst van Tadej Pogacar wel langer zijn dan 46 minuten. Maar alvast 46 minuten à bloc rijden is niet simpel. Je moet er hoge waarden voor halen. En ze zijn beter dan verwacht. Prima signaal.”