Terwijl Olav Kooij in Napels “het mooiste moment in mijn carrière” beleefde, moest Tim Merlier lossen na een val op vrijdag. “De rustdag zal wonderen moeten verrichten.” Alpecin-Deceuninck bleef met Kaden Groves alweer steken op een ereplaats, maar blijft volharden. “We zijn hier niet om te pokeren.”
Na de Raket van Wortegem in massasprint één en de Reus van Buja in massasprint twee, was de zege in de derde massasprint voor Het jachtluipaard van Numansdorp. “Het is bedacht door een Nederlandse journalist, maar ik heb geen idee wat de aanleiding voor die naam is. Volgens mij is er nog nooit een jachtluipaard gesignaleerd in de buurt vanwaar ik kom”, zegt Olav Kooij, die zich in het rijtje van Tim Merlier en Jonathan Milan zet: sprinters die in deze Giro al konden raak schieten.
Dat het een massasprint werd, was geen evidentie. Het parcours was behoorlijk lastig en hoewel en een tiental massasprinters aan de start van de Giro stonden, zijn er maar drie a vier ploegen die hun verantwoordelijkheid nemen. De inbreng van Visma – Lease a Bike is beperkt. De Nederlandse ploeg verloor Robert Gesink na dag één en dit weekend stapte ook lead-out Christophe Laporte af. “Te veel pijn om op korte termijn te herstellen”, aldus ploegleider Maarten Wynants.
Ook Kooij sukkelt nog met de rechterknie na een val op dag twee. “Ik sta elk ochtend op met een stram gevoel en heb elke avond behandeling nodig.” Toch mende Jan Tratnik in de finale het peloton. Op anderhalve kilometer van de streep deed zelfs Cian Uijtdebroeks nog een bescheiden kopbeurtje in dienst van Kooij.
Het was nodig, want Jonthan Narvaez had toen nog een voorsprong van elf seconden na een uitval op het laatste klimmetje op een van de vele heuvels rond Napels. Op Soudal Quick-Step hoefden de andere sprintersploegen al niet meer rekenen. Tim Merlier loste in de finale. Onze landgenoot had daar een goede reden voor. Vrijdag was hij buiten beeld hard gevallen tijdens de tijdrit. “Net op het moment dat ik mijn handen verplaatste van de beugel naar de zijkant van het stuur, reed ik over een bult door een boomwortel onder het beton. Ik ben over mijn stuur getuimeld aan een snelheid van 45 à 50 km/u.”