38, wordt Geraint Thomas op 25 mei. “Mijn leeftijd!”, grinnikt Jan Bakelants. En dan, weet onze analist uit ervaring, “gaat alles toch stilaan wat moeizamer.” Zou het? ‘G’ weigert vooralsnog toe te geven aan die knagende tand des tijds. Het podium is waar hij in de 107de Ronde van Italië op mikt.
Zijn voorbereiding verliep goed, zegt de Welshman van Ineos Grenadiers. Ook al drukte zich dat net als in de lente van 2023 nog niet uit in concrete resultaten. “Hét grote verschil is dat ik toen, in de eerste drie maanden van het jaar, geplaagd werd door een infectie aan de urinewegen. Nu verliep alles a lot more straightforward.” Precies dát schenkt de burger moed.
Het parcours zint de ex-Tourwinnaar (2018) alvast. “Geen ál te steile beklimmingen”, bespeurt hij. “Wat me beter moet liggen. Net als die paar langere tijdritten, geen silly stupid thing up a mountain dit jaar.” Nachtmerries hield hij over aan Monte Lussari. Waar hij op de voorlaatste dag van de Giro ‘23 een bonus van 0.26 door Primoz Roglic nog zag worden omgebogen in 0.14 verlies. Een bittere pil.
“Lange chronoraces… daar is Tadej natuurlijk ook wel goed in”, beseft Thomas. Pogacar is ook voor hem dé topfavoriet voor de eindzege. “Maar je gaat er niet van uit dat hij nu al buiten schot is. Iedereen verwacht dat hij gaat winnen, niemand verwacht iets van ons. Dat verlicht enigszins de druk. In die zin maakt het deze Giro anders dan vorig jaar. We geloven erin. En kunnen maar doen wat binnen onze mogelijkheden ligt.”