Voor de tweede dag op rij trok Remco Evenepoel (24) het hinterland van Nice in voor de verkenning van een Tourrit. Het was een tocht met extra uitdaging. Evenepoel en later ook mobilette Pogacar kwamen onderweg in de sneeuw terecht.

Maandag reed Evenepoel het parcours van slottijdrit tussen Monaco en Nice, dinsdag verkende hij de voorlaatste etappe van de Tour 2024, met aankomst op de Col de la Couiolle. Het weer was deze keer een stuk minder. Tijdens de tijdritverkenning sprak Klaas Lodewyck nog over het opvallend goeie weer. “Daardoor hebben we een goed idee hoe het in de zomer zal zijn”, zei de ploegleider van Soudal Quick-Step.

Dat was nu wel even anders. De laatste drie kilometer van de Col de Turini, de hoogste top onderweg tijdens rit 20, moesten in de sneeuw worden afgewerkt. Omdat er ook ijsplekken op de weg lagen en het gevaar op een uitschuiver bergaf te groot was, stapten Evenepoel en co op de top in de volgwagen. Beneden in de vallei kon hij zijn weg verder zetten, samen met Louis Vervaeke, Ilan Van Wilder en Mattia Cattaneo. De vier maakten een tocht van zo’n 120 kilometer.

Een uur na Evenepoel reed ook Tadej Pogacar de Turini op, in zijn eentje. De insteek bij de Sloveen was anders: waar dit voor Evenepoel een verkenning was richting de zomer, was dit voor Pogacar nog een stevige training met het oog op Milaan-Sanremo. De kopman van UAE reed dan ook een heel stuk sneller omhoog. “Het ging hard. Hij leek wel een mobilette”, zei een toeschouwer.