Wout van Aert (29) moest zijn meerdere erkennen in Mathieu van der Poel (28) bij hun eerste duel van deze veldritwinter. De Nederlander won uiteindelijk makkelijk in Mol, maar dat kon Van Aert wel relativeren.
Eén minuut en vijftien seconden na z’n eeuwige opponent rolde Van Aert uiteindelijk over de aankomst van de Zilvermeercross. Twintig minuten kon hij uiteindelijk in de buurt van de wereldkampioen blijven.
“Ik ben eigenlijk best tevreden met deze tweede plek”, sprak hij. “Ik heb niet het gevoel dat er vandaag meer in zat. Mathieu zette me al snel onder druk en daardoor maakte ik foutjes. Ik voelde me vandaag niet echt comfortabel op de fiets. In het zand moet je eigenlijk overschot hebben en dat was niet het geval. In het tweede deel van de wedstrijd, toen ik m’n eigen tempo kon rijden, ging het beter.”
Voor Van Aert is z’n crosswinter minder belangrijk dan andere jaren. Hij kwam vanmorgen al met de fiets naar de cross. “Dat had ik wel even nodig, gisteren was een vermoeiende dag met onze ploegenpresentatie en dan heb ik zo’n fietstocht wel nodig om de motor weer in gang te zetten. Daarom had ik niet zoveel verwachtingen en in de eerste ronde was al duidelijk dat het tempo van Mathieu wel héél hoog lag. Het zand liegt niet.”
Dat bleek zeker – amper tien van de 61 renners haalden uiteindelijk de finish. “Daar ben ik niet verantwoordelijk voor”, grapte Van Aert nog bij Sporza. “Ik ben blij dat ik binnen tijd ben aangekomen. Ach, ik heb me hier zoals altijd goed geamuseerd en nu hoop ik vooral beter te worden.