Tuurlijk waren er Remco Evenepoel en Lotte Kopecky. En alle andere gemedailleerden. Maar met enige zin voor overdrijving kan je stellen dat dé grote Belgische winnaars van dit super-WK de broers Roodhooft zijn.
Verspreid over de WorldTourkern, het Development Team en de vrouwenploeg van Alpecin/Fenix-Deceuninck oogstten ze drie wereldkampioenen met Mathieu van der Poel (elite weg), Axel Laurance (U23 weg) en Sam Gaze (elite mountainbike shorttrack) en voorts zilver en brons voor Puck Pieterse in de mountainbike shorttrack- respectievelijk cross-countryrace bij de vrouwen elite, zilver voor Gaze in de cross-country bij de mannen elite, dubbel brons in het individueel tijdrijden met Cristina Schweinberger (elite) en Julie De Wilde (U23) en brons voor Fabio Van den Bossche in de puntenkoers elite op de baan.
Een zak eremetaal. “Zakské”, nuanceert Philip Roodhooft lachend. “Maar het is wat we met dit project beogen: scoren met alle genders, in alle categorieën en disciplines. En dus maakt dit ons enorm trots. Wat ook veel plezier doet, is dat we resultaten behalen met verschillende namen en niet langer louter en alleen met Mathieu van der Poel. (grijnst) Dat riedeltje hebben we toch lang moeten horen. Nu komt het erop aan om de successen te bestendigen.”
Opvallend daarbij: in 2024 zullen zowel de wegwereldkampioen elite als die van U23 voor de Belgische WorldTour-ploeg rijden. “Redelijk uniek, veronderstel ik. Laurance, tweede vorig jaar in de Bretagne Classic, is een talent dat we al even op de radar hadden staan. Door het spaak lopen van de B&B-ploeg, waarvan hij normaal gezien deel zou uitmaken, kregen we een gouden kans om hem op te vissen. Was dat echt een ‘must’? Neen. Maar het leek ons wel een prima investering voor de toekomst. Volgend jaar zou hij sowieso – ook zonder wereldtitel – doorschuiven vanuit het Devo Team naar de WorldTourkern. Voor hem en andere jonge(re) profielen als Timo Kielich moeten natuurlijk andere renners plaatsmaken. Maar deze wereldtitel sterkt ons in de overtuiging dat dat de juiste aanpak is en dat zo’n jongens die ruimte echt wel verdienen.”