Tadej Pogacar voelt zich opgelucht. Want hij kon tijd terugpakken op Jonas Vingegaard. “Ik voelde me uitstekend.”
Pogacar droeg zijn succes op aan zijn vriendin die woensdag zwaar viel. En achteraf had hij ook woorden van lof in huis voor Wout van Aert.
Een revanche? Neen, zo zag Tadej Pogacar het niet. “Ik wilde deze rit absoluut winnen en tijd terugpakken. Dat was het doel. Ik voel me een beetje opgelucht nu, veel beter dan gisteren in elk geval. Gisteren was Jonas (Vingegaard, red.) ongelooflijk. Ik zat te denken: ‘als hij en Jumbo-Visma op de Tourmalet ook zo tekeergaan kunnen we onze koffers pakken en naar huis gaan. Maar ik voelde me uitstekend, reed comfortabel, had goeie benen. Dus viel ik aan op de slotklim. Nogmaals: dit is een enorme opluchting.”
Pogacar gaf achteraf op een persconferentie ook toe dat hij met grote ogen keek naar Wout van Aert. “Tegen Wout was niks te beginnen op een dag als deze. Als de geneutraliseerde start wordt opgeheven rijdt hij zo snel als de rode wagen (die van voor het peloton wegrijdt als de officiële start wordt gegeven, red). Ongelooflijk. Toen ik merkte dat hij in de ontsnapping zat, wist ik dat het snoeihard zou gaan op de Tourmalet en dat we hem op de laatste klim weer zouden tegenkomen. Daarom heb ik mij de hele tijd op het wiel van Jonas gefocust. Op de finale col zou het dan tussen mij, hem en Wout gaan. Had ik een meter moeten laten op de Tourmalet, had ik een groot probleem gehad. Gelukkig had ik daar nog goede benen en kon ik het zelf afmaken op de laatste klim.”