22 and counting. Mike Trésor (23) schilderde zondag een hoekschop op het hoofd van Mark McKenzie en evenaarde zo het Belgisch assistenrecord uit 1999. Toen was Branko Strupar, ook al in Genkse loondienst, 22 keer aangever. “Ik denk dat ik het nog ga verbreken”, klonk het bij de Genk-aanvaller.
Eigenlijk had hij het al geflikt. Even na zijn assist voor McKenzie (2-1) bediende hij met een weergaloze voorzet Joseph Paintsil, die in één tijd Mignolet wist te passeren. De Cegeka Arena in vuur en vlam, Trésor in extase. De VAR trok een streep door assist nummer 23 – blijkbaar stond Sor 18 seconden eerder buitenspel. Dat Club twee keer de bal kon ontzetten deed er niet toe.
“Ik begrijp nog altijd niet goed waarom dat doelpunt werd afgekeurd”, gaf Trésor zelf aan. “Ik vroeg het aan de scheidsrechter (Lawrence Visser, red.) maar die gaf geen antwoord. De vierde man wist het ook niet. Maar weet je, ik denk dat die 23ste nog komt. Geen probleem. Ik heb nog vijf wedstrijden. Ik probeer er ook niet te bewust mee bezig te zijn. Zoiets moet vanzelf komen. Ik ben vooral blij met onze reactie na de achterstand. Het is moneytime. Een heel seizoen sta je eerste, maar dat heeft geen nut als je het nu weggeeft. Daarom, we waren gefocust, sloegen niet in paniek en speelden op hoog niveau. Dit maakt ons alleen maar sterker.”
Het verbreken van het Belgische record zal voor later zijn. Het evenaren heeft hij dus al gedaan. Branko Strupar gaf in 1999, het jaar dat KRC Genk voor het eerst kampioen werd, eveneens 22 assists. De Belgische Kroaat profiteerde destijds als aanspeelpunt van lopende mensen als Mike Origi en Souleymane Oulare.