Tadej Pogacar is dit seizoen bezig met vinkjes zetten. Ronde van Vlaanderen: check. Amstel Gold Race: check. De volgende koers die voor het eerst op zijn palmares moet komen, is de Waalse Pijl.
Maar laat de Muur van Hoei nu net een zwart beest(je) zijn voor Pogacar – zo zijn er niet veel. “Ik heb daar in drie deelnames nog nooit een goed resultaat gereden”, beseft hij zelf. Een blik op de voorbije jaren bevestigt die woorden.
Pogacar lijkt alle wielerwetten te tarten, maar u leest het: de Waalse Pijl heeft de Sloveen nog niet kunnen temmen. “Het is een lastige koers voor me, maar met deze goeie vorm denk ik dat ik daar ook een goed resultaat kan rijden. Of ik weer van ver ga aanvallen? Daarvoor is het een hele moeilijke koers. Maar we zien wel, afhankelijk van de situatie. Het is misschien mogelijk om van ver aan te vallen.”
UAE-ploegleider Marco Marcato veegt een scenario met een aanval van ver van tafel. “Makes no sense, in mijn ogen. Heeft geen zin. Zoals we de laatste jaren hebben gezien, wordt het wachten op de slotklim. Alle teams hebben nog zo veel renners in de finale om de kopman af te zetten aan de voet… Al weet je met Tadej natuurlijk nooit (lacht).”
De Italiaanse ex-renner probeert in te schatten hoe het kan dat de beste renner ter wereld zó worstelt met de Waalse Pijl. “Het is een heel bijzondere koers. Niet superzwaar en ook niet lang, zoals bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik. Alles wordt beslist op die laatste beklimming van de Muur van Hoei.”
Is de Waalse Pijl dan ‘te makkelijk’ voor Pogacar? “Het is inderdaad zo dat iedereen relatief fris aan de voet van de Muur van Hoei komt. En doordat het niveau de laatste jaren zo hoog ligt, zijn de verschillen tussen de renners dan erg klein. Een goede positionering aan de voet en de timing van het eindschot bepalen dan zowat alles. Als de koers 250 kilometer in plaats van 200 kilometer lang was, zou het makkelijker zijn voor Tadej om het verschil te maken.”