Thu. Sep 19th, 2024

2020: eerste. 2021: tweede. 2022: eerste. Mathieu van der Poel en de Ronde van Vlaanderen, dat klikt. Als het van hem afhangt, komt daar zondag een derde eindzege bij. Al koerst de klasbak dit jaar toch iets meer met Parijs-Roubaix in het achterhoofd. “Ik heb in het verleden al gemerkt dat ik daar meestal net iets minder was dan in de Ronde. Dat wilde ik dit jaar vermijden.” De tegenstand is – nog maar eens – gewaarschuwd.

Ideale omstandigheden voor Mathieu van der Poel richting het toptweeluik. Hij stoomde zich de voorbije week fysiek klaar in Spanje en beschikt met winst eerder deze maand in Milaan – Sanremo ook al over mentale gemoedsrust in het hoofd. “Als je al een monument hebt gewonnen, koerst dat altijd wat gemakkelijker nadien”, aldus Van der Poel. “Milaan-San Remo was een van mijn grote doelen. Mooi dat ik die nu op mijn erelijst heb. Maar dat betekent niet dat ik straks met minder ambitie aan de start zal staan.”

Iedereen heeft het over de ‘grote drie’: Wout van Aert, Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel. Zelf pint hij zich niet vast op die driestrijd. “De koers is onvoorspelbaar. Er kunnen goede renners zijn die anticiperen. En er kunnen renners opduiken die anders, specifieker hebben toegewerkt naar de Ronde en zondag ook in staat zijn om de cruciale passages te overleven. Het is té gemakkelijk om te zeggen dat we er met zijn drieën bovenuit gaan steken.”

Hoe Van der Poel zijn vorm vergelijkt met die van vorig jaar? “Dat is een moeilijke. Door de rugproblemen was de aanloop vorig jaar atypisch, maar uiteindelijk haalde ik er toch mijn allerbeste niveau die dag. Nu heb ik het gevoel dat ik meer ‘koersklaar’ ben. Vorig jaar lukte het ook met een iets minder brede basis, maar dan duurt de piek net iets minder lang. In Roubaix waren de benen al wat minder. Dat is dit jaar hopelijk anders.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *