Het EK cross voor beloften stond bol van het spektakel. Nederland was zeker van goud, tot Pim Ronhaar (21) instortte. Thibau Nys (19) was al na één ronde uitgeteld, tot hij plots uit de doden verrees. En Emiel Verstrynge (20) leek weer de man van ‘net niet’ te worden, maar kon uiteindelijk “een jaar frustratie” van zich afgooien. “Wat een dag!”
“Eindelijk.” Emiel Verstrynge gooide het er met een zucht uit, helemaal op het einde van zijn interviewronde in Namen. “Eindelijk kan ik Amerika vergeten”, zei de kersverse Europese beloftenkampioen. Fayetteville, daar verwees hij naar. Een klein jaar geleden moest Verstrynge vrede nemen met zilver op het WK in Amerika: hij was toen wellicht de beste man in koers, maar zat gevangen in het ploegenspel en het goud ging naar ploegmaat Joran Wyseure. “Daar heb ik heel lang mee rondgelopen”, zei Verstrynge, terwijl hij (onbewust?) over zijn gouden EK-medaille streelde. “Ik heb er vorige week nóg aan gedacht. Maar nu ga ik het kunnen loslaten.”
De frustratie was deze keer voor Thibau Nys. Na een sterke start reed die aan het begin van de tweede ronde lek. De leider van de wedstrijd werd langs alle kanten gepasseerd. Plots zat de topfavoriet op meer dan een halve minuut. Zijn wedstrijd leek voorbij, maar Nys toonde zich moedig. Hij bleef vechten en duwen, hij reed naar plek vijf, kreeg uitzicht op brons, streed mee voor zilver en stak zelfs nog de hand uit naar goud. Maar de climax kwam er net niet: het bleef bij een knappe maar ondankbare tweede plaats. “Ik heb gedaan wat ik kon, ik nam de koers in handen, maar dan reed ik plat. Daarna was het een hele lange achtervolging. Ik kom nog op 6 seconden, meer kon ik niet doen.”