Tweede race voor Lotte Kopecky op het EK baanwielrennen en weer was het bingo: de 26-jarige gaf een master class in de puntenkoers en voegde na WK-goud nu ook nog EK-goud aan haar collectie toe. En ze is nog niet voldaan: maandag wacht het omnium. “Ik ben al tevreden met de medailles die ik heb maar er kan er nog altijd eentje bij.”

Zaterdag kende Kopecky nog een portie geluk toen ze tijdens de afvallingskoers aan een val ontsnapte, maar in hààr nummer had ze geen geluk nodig. Ze greep punten bij ongeveer elke tussensprint, reed drie bonusrondes bij elkaar en counterde gevat elke gevaarlijke aanval, zoals die van de Britse Neah Evans. Kopecky sloot haar puntenkoers af met 85 punten en een straatlengte voorsprong op de Italiaanse Silvia Zanardi (53 ptn) en Berteau (47 ptn). 

“Ik was er niet per se op uit om de anderen meteen op een ronde te rijden”, zei Kopecky nadien. “Ik moest ook kijken wat de concurrentie deed. De uithaal van de Française was best gevaarlijk maar gelukkig heeft het peloton niet laten begaan en kon ik mijn krachten sparen. Dat kwam me goed uit om later zelf een ronde te nemen en dan rustig te controleren. Eigenlijk speelde de aanval van Berteau in mijn voordeel. Ik zou niet zeggen dat het makkelijk is gegaan maar ik zat goed in de wedstrijd en de benen waren goed. Ik heb ervan genoten om rond te rijden in mijn regenboogtrui. ‘t Is wel leuk om zo te kunnen domineren (lacht).”

Morgen kan Kopecky die kampioenentrui nog eens tonen, tijdens het omnium dan. Het valt zeker niet uit te sluiten dat ze dan weer met goud aan de haal gaat. Ze grijnst: “Ik ben al tevreden met de medailles die ik heb maar er kan er altijd nog eentje bij. Dat zou leuk zijn. Morgen is een andere dag en je weet nooit wat er nog gebeurt. Maar mijn EK is in elk geval al geslaagd.”