Jonathan ‘Johnny’ Milan vierde zijn ritzege met een oerschreeuw, maar had nadien mooie woorden veil voor Jasper Stuyven en Edward Theuns. De twee Belgische ploegmaten die zijn sprint op de rails zetten. “Ze zijn enorm belangrijk voor mij.”

Hoe vaak – twaalf keer – hij de eerste massasprint in een rittenkoers won, zo moeilijk lukt dat nadien in de tweede massasprint. Twee keer wel: Tour d’Alsace 2019 en dit jaar in UAE Tour.

In Andora liep het voor Merlier al fout voor de sprint. “In de afdaling moest ik twee keer aan de noodrem trekken omdat ze voor mij dreigden te vallen. Ik kwam toch nog tot sprinten toe, maar Milan kon nog een tand bijsteken en ik moest passen.”

Merlier (1m88, 76 kilogram) is een topsprinter, die teert op zijn lange sprint. Milan (1m93, 84 kilogram) heeft nog een cilinder extra. Merlier: “Milan is een beest. Zijn wattages over vijf minuten zijn nog beter dan mij, dankzij zijn opleiding als achtervolger.”

Op de Capo Mele (1,3 km aan 5,1% en top op 2,5 kilometer van de finish) was het Milans Italiaanse ploegmaat in de ploegenachtervolging, Filippo Ganna, die de finale deed ontploffen. Een fusée.

Jasper Stuyven: “De ploeg van Tudor reageerde alert, maar met een enorme versnelling. Straf, want zo kort is Capo Mele nu ook niet. Ze vielen ze stil en omdat wij nog met vier waren, was het aan ons om over te nemen.”